Exercise Module 0
Module zelftests
Een van de belangrijkste doelstellingen van het Generativiteitsproject is mensen inzicht te geven in de activiteiten, acties en praktijken die noodzakelijk zijn om grote, vaak internationale, projecten op te starten en tot een goed einde te brengen. De zelftest voor Module 0 bestaat uit een oefening waarbij met behulp van Project Cycle Management (PCM) een eenvoudig actieplan moet worden ontwikkeld. Daarvoor moet een geschikte mentor worden geïdentificeerd die kan helpen om de specifieke kenmerken van PCM verder toe te lichten en uit te leggen. Vervolgens moeten een behoefteanalyse, een haalbaarheidsonderzoek en een aantal andere activiteiten worden uitgevoerd die noodzakelijk zijn om tot een succesvol voorstel te komen.
Het Generativiteitsprincipe is gebaseerd op de idee dat gebruikers in staat zijn om nieuw materiaal te creëren, te genereren, te implementeren of te produceren op basis van kennis opgedaan van andere, meer ervaren mensen. Wij moedigen u dan ook aan om generativiteit aan te wenden door een partner/mentor te zoeken. Wanneer u de oefening hebt afgewerkt, vraag uw mentor dan om bijkomende tips, advies en constructieve, kritische opmerkingen.
U kunt de oefening ook gebruiken om zelfstandig na te gaan wat nodig is om een succesvolle aanvraag in te dienen en om na te gaan welke vorderingen u hebt gemaakt in uw ontwikkeling van stagiair naar ervaren gebruiker. Zodra u over voldoende ervaring beschikt, kunt u zelf anderen als mentor helpen bij het gebruiken van het Generativiteitsplatform.
Vergeet niet dat de tool voor zelfevaluatie er alleen is voor uzelf; uw werk zal niet worden beoordeeld. Tijdens deze oefening krijgt u de kans om een aantal verschillende benaderingen uit te testen en zult u een aantal van de problemen voorgelegd krijgen waarmee u wellicht ook zult worden geconfronteerd wanneer u een geslaagd projectvoorstel voorbereidt, ontwikkelt en implementeert.
1. Kies om te starten een van de volgende onderwerpen:
• Organiseer een feest met uw vrienden
→ denk na over het soort feest en over de buurt
• Organiseer een feest voor een bijzonder iemand
→ denk na over de communicatie tussen alle betrokkenen
→ denk na over de logistiek die ervoor moet zorgen dat alles op hetzelfde ogenblik bij elkaar komt
• Organiseer een etentje bij u thuis
→ denk na over “vraag en aanbod” – wie eet graag wat, zijn er specifieke noden waarmee rekening moet worden gehouden?
• Organiseer een vakantie voor een kleine groep
→ denk na over het proces / waar mensen (niet) van houden tijdens hun vakantie / de relevantie van de verschillende stappen
• Organiseer een publiek evenement om anderen te laten weten wat u hebt verwezenlijkt
→ denk na over de overdraagbaarheid en duurzaamheid van uw evenement
2. Zodra u een onderwerp hebt gekozen, moet u
– starten met het definiëren van uw idee, m.a.w. het onderwerp/het probleem dat u met uw voorstel wilt aanpakken. Maak een SWOT-analyse (ref. Module 2)
– de grootste problemen identificeren waarmee de doelgroepen en begunstigden worden geconfronteerd (bijvoorbeeld: wat is (zijn) het (de) probleem (problemen)? Wie heeft er een probleem?) (ref.: slide 15)
– de problemen/aspecten van het probleem dat u wilt aanpakken visualiseren onder de vorm van een “probleemdiagram” of “hiërarchie van de problemen”. Dit zal u in staat stellen om de relatie oorzaak-gevolg te analyseren en te verduidelijken (ref. slides 14 & 15)
– de problemen en oorzaken grafisch voorstellen: de gevolgen van een probleem bovenaan en de redenen onderaan
→ een analyse van het probleem biedt een degelijke basis waarop een reeks relevante en specifieke doelstellingen voor het projectschema kan worden ontwikkeld. De doelstellingen zijn de oplossingen voor de problemen die eerder werden geïdentificeerd.
– Uw bevindingen structureren onder de vorm van algemene doelstellingen, projectdoelen, verwachte resultaten en activiteiten, en erover waken dat deze een oplossing aanreiken voor de problemen die werden geïdentificeerd.
→ identificeer duidelijk uw prioriteiten
→ kies een voor een uw doelstellingen en vul een SMART-matrix in
– Noteer uw bevindingen in een logisch kader. Wanneer u het logisch kader hebt ingevuld, ga dan na of de doelstellingen:
→ duidelijk zijn;
→ op een coherente wijze samenhangen met de algemene doelstelling van het project;
→ de belangrijkste veronderstellingen gemaakt zijn
– Voeg op basis van de voorgaande stappen de operationele details toe aan het projectplan:
→ werk het activiteitenschema uit;
→ identificeer taken en subtaken en wijs deze toe;
→ bepaal de tijd, starttijd, duur en de prestaties voor iedere taak en subtaak;
→ stel een Gantt-grafiek op om de opeenvolging en onderlinge afhankelijkheid van de activiteiten/taken te visualiseren;
→ maak de uitgavenplanning op.
3. Budgetoefening
– Specifieer de vereiste middelen (ref: module 5)
→ Wijs middelen toe aan de verschillende uitgavencategorieën
→ Specificeer eenheden en hoeveelheden
→ Evalueer de kosten per eenheid
→ Identificeer de financieringsbronnen
→ Wijs codes voor uitgavenposten toe
→ Plan de kosten per periode
→ Bereken het totaal
→ Raam de kosten voor de duurzaamheid van het project